
Cortenstaal is geliefd in tuinen om z’n warme roestkleur en levende textuur. Binnen die familie bestaan grofweg twee varianten: Corten A en Corten B. Voor plantenbakken en kantopsluitingen is type A vaak de esthetischere keuze—hier lees je waarom.
1) Een rijkere, egalere patina (de “roestlaag” van het staal)
Corten A bevat extra fosfor. Dat element versnelt de vorming van een fijnere, homogener beschermlaag (patina). Het resultaat is minder vlekvorming en een rustige, warme roesttint die door ontwerpers zo gewaardeerd wordt—precies wat je wilt bij een object waar je dagelijks naar kijkt.
2) Gemaakt voor zichtwerk in plaat—dus strakke randen
Corten A wordt meestal geleverd als plaat en is bedoeld voor zichtbare toepassingen in de tuin en bekledingen. Dat vertaalt zich bij plantenbakken in strakke, scherpe vouwen en een nette afwerking van dunwandige plantenbakken. Corten B zie je eerder in draagconstructies—functioneel, donker bruin en visueel minder verfijnd.
3) Kleurdiepte die groen laat knallen
De patina van Corten type A ontwikkelt doorgaans warme rood-bruine tonen die prachtig contrasteren met bladgroen en paarstinten in beplanting. Daardoor werken Corten-A bakken vaak als kleurversterker in de border of op het terras.
4) Minder onderhoud, mooi ouder worden
Door de stabielere patina heb je bij Corten A vaak minder kans op ongelijkmatige roestvorming en hoef je zelden in te grijpen om het uiterlijk te corrigeren. Het staal is ontworpen om zonder coating mooi te verouderen—ideaal voor drukke stadstuinen en horeca-terrassen.
5) Cortenstaal type B is meer “werkstaal”
Technisch zijn beide varianten weerbestendig, maar de positionering verschilt: Corten A wordt in de industrie expliciet naar voren geschoven voor decoratieve toepassingen; Corten B voor zwaar, dragend werk. Voor een plantenbak—een puur visueel object—speelt dat in het voordeel van type A.